Mooie plinten kunnen je net gelegde laminaatvloer helemaal afmaken. Je hebt plinten niet alleen nodig omdat ze mooi zijn, maar ook omdat ze de ruimte tussen vloer, muur en grondplint opvullen. Het is een strakke afwerking die absoluut noodzakelijk is.
Je begint bij het plaatsen van plinten met het verven van de plinten, mocht dit nodig zijn. Lak de plinten altijd aan twee kanten om te voorkomen dat de plinten kromtrekken.
Meet de lengte van de muur op en zaag je plint op maat. Je boort tevens om de 30 centimeter een klein gaatje met een houtboor, drie millimeter, of net zo groot als de schroeven die je gebruikt. Vervolgens boor je met een verzinkboor de gaatjes wat ruimer zodat de schroeven netjes wegvallen in de plint. Dit geeft het geheel een iets chiquere uitstraling en zorgt er voor dat de schroeven niet meer te zien zijn.
Wanneer je de gaatjes heb geboord, houd je de plint tegen de muur en teken je de gaatjes af op de muur. Hier boor je pluggaten in van ongeveer zes millimeter. In de gaten stop je pluggen, en vervolgens schroef je de plinten vast. Gebruik hier lange schroeven die minimaal tot in het steen komen. De gestuukte laag over het steen is meestal nogal dik. In plaats van schroeven en pluggen kan je ook gebruik maken van spijkerpluggen.
Wil je niet boren in de muur, dan kan je de plinten ook vastlijmen. Denk er wel aan dat lijm een stuk permanenter is dan een schroef! Gebruik montagekit bij het vastlijmen en klem de plint tijdens het drogen goed tegen de muur met behulp van houten latten die je schoor zet tussen de plint en een lat. Deze zet je tijdelijk vast aan de vloer.
Wanneer je de plinten vastschroeft moet je de plinten dichtmaken. Je kan hiervoor kneedbaar hout gebruiken wat je in vrijwel iedere bouwmarkt vindt. De kier tussen plint en muur kan je vullen met acrylaatkit. Strijk dit altijd met een vochtige vinger dicht!
Nadat alles een half uurtje heeft gedroogd kan je de plinten helemaal aflakken.